Page 20 - Almenak 2025-1
P. 20

vodje papier. Samen gaan Pasma en te Brake
            op 21 november 1944 op transport naar Kamp        Zware arbeid heeft hij in Wöbbelin moeten ver-
            Amersfoort. Illegaal organiseert hij daar met an-  richten, 10 uur per dag en 7 dagen in de week.
            deren kerkdiensten die uiteengeslagen worden.     En toch, voor en na zijn arbeid, heeft hij veel
            Van daar gaat het op 2 februari naar KZ Neuen-    stervenden in hun laatste uren bijgestaan. Zijn
            gamme en op 14 februari naar KZ Wöbbelin.         lichaam  verzwakte zienderogen,  maar zijn
                                                              geest bleef helder. Bij al de ellende …bleef zijn
            Het Duitse rijk begint  dan al  te wankelen.  De   geloof standvastig. …. Toen er sprake van was
            Russen rukken op uit het oosten, de chaos is      dat wij uit elkaar zouden gaan zei hij tegen mij:
            groot en in allerijl moeten er voor de ontruimde   “Mocht het Gods wil zijn dat ik niet weer terug
            kampen in het  oosten nieuwe gebouwd  wor-        kom, zeg dan aan mijn vrouw en de Almensche
            den, meer naar het westen. Pasma en te Brake      gemeente,  dat ik gestorven  ben in het geloof
            hoorden bij de eerst groep van 500 die daaraan    van Jezus Christus, die ik hen altijd verkondigd
            mee moesten bouwen.Nog voordat het nieuwe         heb”. Het was een avond om nooit te vergeten
            kamp gereed was kwamen er al andere trans-        toen we elkaar ons vaste geloof in Jezus Chris-
            porten uit het oosten aan. Op het laatst waren er   tus beleden’.
            5000 gevangenen die moesten leven in barak-       En zo heeft te Brake gedaan.
            ken zonder ramen en met slechts 1 waterpomp.
                                                              Over Paasmorgen 1 april 1945, drie weken voor
                                                              de dood van Pasma, schrijft te Brake:
                                                              ’s Morgens kwam hij bij ons in de ziekenbarak.
                                                              Hij drukte ons de hand en zeide: “De Heer is
                                                              waarlijk opgestaan”. Dat waren woorden van
                                                              troost, ’s morgens voor 6 uur, voordat hij naar
                                                              het werk ging’. Toen hij van het werk terug kwam
                                                              zei hij in kleine kring: ‘Vrienden, alles hebben ze
                                                              ons ontnomen, onze kleding, onze naam, ook
                                                              het  noodzakelijkste voedsel.  Wij zijn niets,  wij
               De enige waterpomp                             hebben  niets. Maar het evangelie  kunnen ze
                                                              ons niet ontnemen. Hij is ook voor ons tobbers,
                                                              schooiers, waarlijk opgestaan. Ze kunnen ons,
            KZ Wöbbelin was niet bedoeld als vernietigings-   als God het toelaat, zelfs het leven benemen.
            kamp maar werd dat wel, door honger en ziekte:    Maar nooit het geloof in de opgestane Heiland’.
            in de 10 weken (!) dat het kamp bestaan heeft
            sterven er 1000 mannen.                           Als Pasma op 22 april sterft is het sterven zo
            Pasma sterft daar op 22 april, 1,5 week voor de   massaal geworden dat het kerkhof in Wöbbe-
            bevrijding door de Amerikanen. Zij wisten niet    lin de lijken niet meer bergen kan en er aan de
            van het bestaan van dit kamp.                     overzijde  van de  spoorlijn een  massagraf  ge-
                                                              maakt wordt waarin ook Gerard Anne Pasma
            Te Brake overleeft het kamp en heeft na zijn te-  komt te liggen.
            rugkeer een uitgebreid, aangrijpend en ontroe-
            rend  verslag  geschreven.  Hij  schrijft o.a. over
            deze periode:
            ‘In Wöbbelin,  het derde concentratiekamp,
            waarheen  wij werden gebracht, behoorde  ds.
            Pasma bij het begrafeniscommando.  Honder-
            den heeft  hij  begeleid  naar hun laatste rust-
            plaats, een klein kerkhof in de schaduw van de
            Evangelische Kerk van Wöbbelin. Het was hem
            toegestaan om een paar woorden aan het graf
            te spreken en het Onze Vader te bidden.              Kranslegging 2015



            18 |
   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25